In het traditionele Chinese denken bestaat het universum uit een kringloop van de levensenergie Qi.
Qi manifesteert zich in twee tegengestelde energieën: yin en yang. Yin staat voor het donkere, vasthoudende, ontvankelijke, vrouwelijke principe. Yang staat voor het lichte, beweeglijke, doelgerichte, mannelijke principe. Yin en yang zijn geen absolute tegenpolen. Ze kunnen alleen bestaan in relatie tot elkaar. Ze hebben elkaar nodig.
In het symbool is dat goed te zien. De S-vorm die de helften scheidt, toont dat beide krachten in elkaar willen opgaan. De stippen laten zien dat elk deel ook het tegendeel in zich draagt. Een zonnige dag bijvoorbeeld is yang maar de schaduwen zijn yin. Hoe zonniger de dag, hoe scherper en donkerder de schaduwen lijken. Niets is dus ooit helemaal yin of helemaal yang.
Evenwicht
Mensen bestaan ook uit yin- en yangenergie. Voor een gezond functioneren is het belangrijk dat yin en yang goed met elkaar samenwerken. Als yin en yang langdurig uit balans zijn, kan een ziekte ontstaan.
Circulatie
De energie in ons lichaam volgt een uitgebreid stelsel van kanalen (meridianen) en circuleert in 24 uur door het hele lichaam. Er zijn twaalf hoofdmeridianen die elk een relatie hebben met een orgaan. Voor een optimale energiehuishouding moeten de organen in goede conditie zijn. De conditie van de organen is afhankelijk van factoren als voeding, levensstijl, erfelijkheid en omgeving. Dit betekent dat in elk mens de energiehuishouding anders is.